Interview

Financieren in Netwerken

Fotografie Martijn Beekman

Het mes snijdt aan 2 kanten

Als de overheid een doel wil bereiken, zet ze vaak geld in. Het meest gebruikte instrument is de klassieke subsidie, een heel effectief middel. Maar soms moet de samenleving er meer bij betrokken zijn. Of is er samenwerking met andere overheden, bedrijven of maatschappelijke instellingen. Daarvoor bestaan ook andere instrumenten.

De website Financieren in Netwerken kan daarbij helpen. Opgericht als gezamenlijk initiatief van de provincies Noord-Brabant en Zuid-Holland en de universiteiten Leiden, Amsterdam en Tilburg. Goed gevuld met actuele informatie over alle beschikbare financieringsinstrumenten, onderbouwd door juridische, bestuurskundige en financieel-economische analyses. Wil je weten wat de slimste keuze is? De website voorziet in een handige keuzetool, die je naar het meest geschikte instrument leidt. Meer informatie vind je ook in de LinkedIngroep. Binnen Financieren in Netwerken werken 2 promovenda aan verschillende thema’s. Steeds met wisselwerking tussen onderzoek en praktijk.

Netwerksubsidies

Demy Jongkind doet, met financiële steun van de provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant, praktijkgericht promotieonderzoek naar financiering in netwerken. Annemarie Drahmann begeleidt haar vanuit Universiteit Leiden.

Demy: “Ik doe graag onderzoek dat maatschappelijk relevant is. De samenleving verandert sneller dan het recht. We zijn al veel verder met netwerken dan waar de wet rekening mee houdt. Zo gaat de Algemene wet bestuursrecht uit van één subsidieaanvrager, die voor een eigen activiteit aanvraagt. De wet biedt bijvoorbeeld geen regels voor iemand die voor een netwerk van organisaties een aanvraag doet, een zogeheten penvoerder.

Dat betekent dat allerlei zaken niet automatisch zijn geregeld. Wat gebeurt er als een penvoerder failliet gaat voordat andere organisaties het geld voor hun werk hebben ontvangen? Over dit soort vragen gaat mijn artikel over de penvoerder.”

Annemarie: “Demy heeft ervoor gekozen haar promotieonderzoek in de vorm van een aantal artikelen in wetenschappelijke tijdschriften te publiceren. Daardoor kan de praktijk er meteen mee aan de slag, terwijl Demy nieuwe vragen en ervaringen uit die praktijk verwerkt in haar verdere onderzoek. Zo krijg je een sneeuwbaleffect. Bijzonder aan dit project is dat we de inzichten ook ‘vertalen’ naar de praktijk voor de website Financieren in Netwerken.

Wat is er vooral leuk aan dit traject? Demy: “Ik vind het leuk om deel uit te maken van een team en samen te werken aan onderzoek dat echt praktisch nut heeft.” Annemarie: “Het is leuk om Demy te begeleiden en te faciliteren. Het houdt me ook nieuwsgierig naar wat zij onderzoekt. En heel bijzonder is dat 2 provincies dit promotieonderzoek steunen.”

Duurzaam financieren Het onderzoek van Veerle van Waarde, promovenda aan de Universiteit van Amsterdam, richt zich op revolverende fondsen. Dat zijn fondsen waarin het uitgeleende geld weer terugkomt zodat het opnieuw beschikbaar komt voor nieuwe leningen. Een beproefde manier van duurzaam financieren. Veerle: “Deze fondsen verstrekken financiering in de vorm van leningen, deelnemingen en garanties aan organisaties om een maatschappelijk relevant project te starten. Als een initiatief succes heeft en de investering terug wordt verdiend, vloeit de financiering terug in het fonds, dat daarvan weer nieuwe projecten kan bekostigen.”

Veerle doet onderzoek naar de juridische aspecten van revolverende fondsen: “Bij subsidies die een overheid verstrekt, gaat het vaak om publiekrecht. Waarbij automatisch allerlei waarborgen gelden, zoals gelijke kansen voor aanvragers en democratische verantwoording. Revolverende fondsen krijgen meestal de vorm van een bv of stichting en vallen daarmee onder het privaatrecht. Privaatrechtelijk vormgegeven fondsen bieden minder rechtsbescherming, bijvoorbeeld bij een afwijzing. Mijn onderzoek richt zich op de vraag hoe we waarborgen uit het publiekrecht ook binnen het privaatrecht kunnen toepassen. Op zijn minst moeten oprichters van revolverende fondsen begrijpen welke juridische gevolgen bepaalde keuzes hebben. Hopelijk leidt deze kennis tot meer helderheid over de criteria waaronder aanvragers geld kunnen krijgen.”

“Ik vind het erg belangrijk dat onderzoek niet alleen wetenschappelijke meerwaarde heeft, maar ook maatschappelijk relevant is.”

Veerle hoopt eind 2023 haar proefschrift af te ronden. Ze heeft al enkele artikelen geschreven, zoals een preadvies voor de Vereniging voor Bestuursrecht, bedoeld om de rechtsontwikkeling over revolverende fondsen verder te brengen.

Jacobine van den Brink is Veerle’s promotor aan de Universiteit van Amsterdam. Hoewel de faculteit de promotieplaats zelf financiert, hecht Jacobine waarde aan de koppeling van Veerle’s onderzoek met de praktijk van het provinciale beleid: “Onderzoek en praktijk versterken elkaar op deze manier. Ik vind het erg belangrijk dat onderzoek niet alleen wetenschappelijke meerwaarde heeft, maar ook maatschappelijk relevant is.”

Ook Veerle ziet voordelen: “Door mijn netwerk zijn de lijntjes met mensen uit de praktijk kort. Dat maakt het makkelijk om te vragen hoe een revolverend fonds in de praktijk werkt en waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt. Het onderzoek moet uiteindelijk zaken opleveren die praktisch bruikbaar zijn. Daarom schrijven we delen ervan speciaal voor Financieren in Netwerken. Een laagdrempelige publicatiemogelijkheid voor ons, waar professionals ook iets aan hebben. Het mes snijdt aan 2 kanten.”

Elke dag beter. Zuid-Holland.

Deel deze pagina