Groen is heel lang onderbelicht geweest; 10 jaar geleden was eigenlijk niemand er nog echt mee bezig. Maar inmiddels staat het op veel plekken bovenaan de agenda. Het gaat hard, er is een soort stille groene revolutie gaande. En ook al woon ik niet in Zuid-Holland, toch heb ik me verbonden aan de Groene Cirkel ‘Groene Gezonde Stad’. Hier wordt gewerkt aan het radicaal vergroenen van alle Zuid-Hollandse steden. Een provincie die zo vooruitstrevend is op dit gebied, daar verbind ik me graag aan.

Samen met collega-ambassadeur Daphne Teeling van IVN Natuureducatie, krijg ik daarbij ook alle ruimte. Men vraagt ons: “Wat wil je doen en wat heb je daarbij nodig?” En vervolgens krijgen we daar ondersteuning bij. Die houding is waanzinnig: zoeken naar wat het krachtigst is. Daar word ik heel blij van.

Als je het hebt over radicaal vergroenen, wat betekent dat dan in de praktijk? Het is belangrijk om dit echt concreet te maken. Hoeveel hectare is dat dan? Hoe kunnen we het ‘SMART’ maken? Meetbaar maken geeft inzicht, helpt om doelen te formuleren en te kijken hoe succesvol je bent. Binnen deze Groene Cirkel ontwikkelden we daarom een toolbox voor gemeenten: met daarin alle subsidies, labels en instrumenten om vergroenings- en verduurzamings-inspanningen meetbaar te maken.

Ik hoop dat we over 10 jaar kunnen zeggen: “We did it!” Dat iedereen dan is aangehaakt. En dat we binnen de provincie én daarbuiten een goede aanpak hebben als het gaat om groene, gezonde, duurzame steden. Ik zie een enorme, duurzame speeltuin voor me, waar alles wat op de schop moet, er onderdeel van wordt. Ook alle nieuwbouw. Dán krijg je schaalgrootte, dán kan je in de praktijk aan de slag. Anders blijf je alleen maar praten. Je moet een grote, stevige ambitie neerzetten en gewoon gaan. Gaandeweg draai je aan de knoppen en vind je het wiel uit.

Groen is overigens niet per definitie goed. Ik ben van oorsprong groenvoorziener. Op een gegeven moment ging ik me realiseren dat voor sommige tuinplanten meer bijen zijn doodgemaakt, dan dat je met die planten nog kunt herstellen. Dat soort dingen moet je inzichtelijk maken. Als gezicht van de sector voel ik de verantwoordelijkheid om me daarvoor in te zetten. Ik vind het een enorme eer om dat te doen als ambassadeur van de Groene Cirkel ‘Groene Gezonde stad’. Ik hoop dat onze volgende stap is om het nog groter en professioneler aan te pakken. Dan denk ik dat we een kar gaan duwen die heel hard gaat rijden.

De toekomst is maakbaar. Dat drijft mij. We kunnen iets doen. Het is geen komeet die toch wel gaat inslaan. We kunnen de toekomst veranderen. En dat moet ook. Het gaat om de toekomst van onze kinderen. Ik wil niet die opa zijn die straks zegt: “Jammer dat het zo gegaan is, maar ik kon er niets aan doen.” Dat kunnen we wél. En we gaan het doen. Sterker nog: we doen het al.