Interview

Weidevogels terug in Zuid-Holland: op zoek naar de 'big five' in Alblasserwaard en Midden-Delfland

Fotografie: Martijn Beekman

Plasdras in het gras

Bij een weide horen kieviten, grutto’s, scholeksters, tureluren en slobeenden. De ‘big five’ van weidevogels zeg maar. Alleen… de omstandigheden moeten wel gunstig zijn. Een beetje nat, een beetje droog, wat hoger en wat lager gras, voldoende insecten. Als je daar rekening mee houdt, kun je zomaar van enkele nesten naar tientallen per jaar gaan, bewijzen boeren in de Alblasserwaard en Midden-Delfland

Eerste kievitsei

André Hornstra is lid van de werkgroep weidevogels bij de Natuur- en vogelwacht Alblasserwaard. Zijn achternaam geeft aan dat hij Friese wortels heeft: “Als kind zocht ik al kievitseieren. Uiteindelijk vond ik het eerste Nederlandse kievitsei op 14 maart 2018, bij Noordeloos in Zuid-Holland."

Weidevogelbeheer is een samenwerking tussen vrijwilligers, boeren en het boerencollectief: “Het collectief zorgt voor de administratie en maakt afspraken over de vergoedingen voor boeren. Met weidevogels op het weiland kun je in de broed- en kuikentijd 8 weken lang niet of veel minder maaien, terwijl je bij intensief beheer iedere 4 weken maait. De boeren maaien bijvoorbeeld pas in juni, als de kuikens kunnen vliegen. Daardoor is het gras minder rijk aan eiwit en dus minder waard. Daar krijgt de boer compensatie voor van de provincie, via het collectief.”

5.000 insecten per dag

Weidevogelkuikens blijven niet op het nest, zoals jongen van koolmezen of mussen en de ouders voeren hen ook niet. Het zijn ‘nestvlieders’ en de kuikens scharrelen zelf hun kostje van 5.000-10.000 insecten per dag bij elkaar. André: “Dat lukt niet op een kale akker en ook niet in kniehoog gras. We vragen de boeren dan ook om een dag of 10 voor de eieren uitkomen wat stroken te maaien (‘kuikenstroken’). Daar staat een paar weken later dan gras van 15-20 cm, ideaal voor kuikens om eten te zoeken en zich voor rovers te verschuilen.”

Plasdrasgreppels

Dirk Pellikaan is al 15 jaar actief in het weidevogelbeheer. Op zijn land vind je plas-drasgebieden en -greppels: “Als de grutto’s in het voorjaar aankomen, gaan ze daar eerst voedsel zoeken. Door de vlucht vanuit Afrika zijn ze wel 40% van hun lichaamsgewicht kwijtgeraakt, dus eten is van levensbelang. Na een tijdje zoeken ze een drogere plek in het gras om een nest te bouwen. Daar maaien we dan ruim omheen. Zitten er veel weidevogels op een stuk grond, dan maaien we dat later. En we zorgen natuurlijk voor kuikenstroken. Het land ziet er dan echt uit als een mozaïek, met alle tinten groen.”

“Ik heb laatst ook al een zomertaling gezien, geweldig.”

In die 15 jaar tijd is het aantal nesten bij Dirk op het land gegroeid van 20-30 per jaar naar 100-120. “Ongeveer 1/3 daarvan zijn grutto’s, die zijn erg honkvast. Verder veel kieviten en tureluurs. Ik heb laatst ook al een zomertaling gezien, geweldig. Van deze eend zijn er zo weinig meer in Nederland dat ze op de lijst van bedreigde soorten staan.” De grutto is in 2015 verkozen tot nationale vogel.

10 hectare voor weidevogels

Sietse Rodenburg heeft in Schipluiden een boerderij met 30 hectare land met jongvee en schapen. Hij heeft het land in 3 stukken gedeeld: 10 hectare voor eiwitrijk gras, 10 voor beweiding in het voorjaar en midden in de polder 10 hectare voor weidevogels. “Daar is de meeste rust voor de vogels en daar maaien we pas in juni. We gebruiken er ook alleen organische mest, geen kunstmest. Daar komen insecten op af en door zo te bemesten krijgen ook kruiden als klaver, luzerne en smalle weegbree een kans.” Sietse komt als loonwerker veel bij andere boeren: “We hebben een machine die smalle stroken kaal trekt in het gras, daar zaaien we kruiden in. En bij boeren die dat willen, loopt ook de weidevogelbescherming mee als we gaan maaien.”

Nieuwe kansen

Ook in de Meerpolder tussen Zoetermeer en Leidschendam-Voorburg komt een vogelweidegebied. Inwoners, boeren, experts, gemeenten, waterschap en provincie werken samen om dit gebied in te richten en te beheren. Er komt een uitkijkpunt en de officiële opening wordt deze zomer feestelijk gevierd met de omgeving.

Het weidevogelgebied in de Zuidpolder van Delfgauw krijgt vanaf najaar 2023 verder vorm. Het open polderlandschap blijft behouden en er komen nieuwe kansen voor natuur, kleinschalige recreatie en duurzame landbouw. Gemeente, waterschap, provincie en Staatsbosbeheer hebben afspraken gemaakt over de inrichting.

Het collectief Alblasserwaard-Vijfheerenlanden heeft een film gemaakt over weidevogels (ruim 18 minuten). En wat blijkt aan het eind daarvan: ook de veldleeuwerik is bezig aan een ‘come-back’!

Elke dag beter. Zuid-Holland.

Contact

Deel deze pagina

Colofon